Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Image:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. image:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Image (Duits) in het Zweeds

Image:

Image [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Image
    image; profil; bild
    • image [-en] zelfstandig naamwoord
    • profil [-en] zelfstandig naamwoord
    • bild [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Image
    bild
    • bild [-en] zelfstandig naamwoord
  3. Image
    avbildning

Vertaal Matrix voor Image:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avbildning Image Ghosting; Grabfigur
bild Image Abbilden; Abbildung; Bild; Bilder; Bildnis; Darstellung; Digitalbild; Gemälde; Grabfigur; Grafik; Illustrationen; Konterfei; Malerei; Porträt; Schönheit; Vision
image Image Bildnis
profil Image Beschreibung; Charakterisierung; Durchmesser; Durchschnitt; Kennzeichnung; Profil; Schilderung; Schnitt; Umschreibung; Windows Live-Profil

Synoniemen voor "Image":


Wiktionary: Image

Image
noun
  1. Abbild eines Datenträgers in der Informatik
  2. inneres Bild, das sich eine Person von einem Bezugsobjekt (Personen, Gruppen, Organisationen, u. ä.) macht

Cross Translation:
FromToVia
Image image image — characteristic as perceived by others



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Image (Zweeds) in het Duits

image:

image [-en] zelfstandig naamwoord

  1. image (bild)
    Bildnis
    • Bildnis [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. image (bild; profil)
    Image
    • Image [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor image:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bildnis bild; image bild; illustration; likhet; målning; portrett; skulptera; tavla
Image bild; image; profil avbildning; bild

Synoniemen voor "image":


Wiktionary: image

image
noun
  1. inneres Bild, das sich eine Person von einem Bezugsobjekt (Personen, Gruppen, Organisationen, u. ä.) macht

Cross Translation:
FromToVia
image Image; Erscheinungsbild image — characteristic as perceived by others