Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verliebt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verliebt (Duits) in het Zweeds

verliebt:

verliebt bijvoeglijk naamwoord

  1. verliebt (verschossen)
    förälskat; kärlekskrank; kärlekskrankt; kär; kärt
  2. verliebt (verschossen)
    kär; förälskat; kärleksfullt; älskande; amoröst; amorös

Vertaal Matrix voor verliebt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
älskande Geliebte; Schätzchen; Schätze
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amorös verliebt; verschossen amourös
amoröst verliebt; verschossen amourös
förälskat verliebt; verschossen
kär verliebt; verschossen geliebt; gewollt; liebkosen
kärleksfullt verliebt; verschossen ausgewählt; ergeben; lieb; liebevoll; liebreich; teuer; wert
kärlekskrank verliebt; verschossen
kärlekskrankt verliebt; verschossen
kärt verliebt; verschossen bissig; geliebt; gewollt; lieb; liebkosen; nett; scharf; schnippisch; sehr geehrter; süß
älskande verliebt; verschossen

Synoniemen voor "verliebt":

  • Flugzeuge im Bauch; im siebten Himmel; Schmetterlinge im Bauch; verknallt; verschossen

Wiktionary: verliebt

verliebt
adjective
  1. von Liebe beseelt, jemanden/etwas liebend, für jemanden/etwas schwärmend; hingezogen fühlend, zugeneigt seiend, gefühlsselig, vernarrt, entflammt (für), zugetan

Cross Translation:
FromToVia
verliebt kär in love — of a person or persons: enamored
verliebt förälskelse limerence — state of mind