Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor betreten (Duits) in het Zweeds
betreten:
-
betreten (bedripst; niedergedrückt; belemmert)
-
betreten (verwirrt; entgeistert; bestürzt; verdutzt; konfus; bedripst)
-
betreten (erschreckt; erschüttert; entsetzt; eingeschüchtert; fassungslos; ängstlich; bestürzt)
-
betreten (verblüfft; entsetzt; baff; erstaunt; betroffen; fassungslos; erschüttert; bestürzt; verdutzt; perplex)
handfallet; bestört; förfärad; förfärat-
handfallet bijvoeglijk naamwoord
-
bestört bijvoeglijk naamwoord
-
förfärad bijvoeglijk naamwoord
-
förfärat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor betreten:
Synoniemen voor "betreten":
Wiktionary: betreten
Computer vertaling door derden: