Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Verkleidung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verkleidung (Duits) in het Zweeds

Verkleidung:

Verkleidung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verkleidung (Polsterung; Auskleidung)
    stoppning; klädsel; hemtextil; stoppade möbler; gardintyg; möbelstoppning; möbeltyg
  2. die Verkleidung (Vermummung; Maske; Tarnung)
    utklädd

Vertaal Matrix voor Verkleidung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gardintyg Auskleidung; Polsterung; Verkleidung Gardinenstoff
hemtextil Auskleidung; Polsterung; Verkleidung
klädsel Auskleidung; Polsterung; Verkleidung Ankleiden; Anlegen; Anziehen; Kleid
möbelstoppning Auskleidung; Polsterung; Verkleidung
möbeltyg Auskleidung; Polsterung; Verkleidung
stoppade möbler Auskleidung; Polsterung; Verkleidung
stoppning Auskleidung; Polsterung; Verkleidung Stopfarbeit
utklädd Maske; Tarnung; Verkleidung; Vermummung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stoppning stopfend
utklädd kostümiert

Synoniemen voor "Verkleidung":


Wiktionary: Verkleidung


Cross Translation:
FromToVia
Verkleidung panel panel — rectangular section of a surface