Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Notlage

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Notlage

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Notlage:
- Wiktionary:
  Notlage → akutläge, nödläge, nödtillstånd
  Notlage → trångmål, nöd
- Synoniemen voor "Notlage":
  Notfall; Notsituation
  Ausweglosigkeit; Bredouille; Dilemma; Klemme; Krise; Krisis; kritische Situation; Malaise; Misere; Not; Problemsituation; Sackgasse; Schlamassel; schlimmer Zustand; schwierige Situation; Schwierigkeit; Zwangslage; Befindlichkeit; Konstitution; Stand; Status; Verfassung; Zustand
  Bedrängnis; Elend; Leid
  Krisensituation; Notstand

Duits

Uitgebreide vertaling voor Notlage (Duits) in het Zweeds

Notlage: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Notlage:

Synoniemen voor "Notlage":

Notfall; Notsituation
Ausweglosigkeit; Bredouille; Dilemma; Klemme; Krise; Krisis; kritische Situation; Malaise; Misere; Not; Problemsituation; Sackgasse; Schlamassel; schlimmer Zustand; schwierige Situation; Schwierigkeit; Zwangslage; Befindlichkeit; Konstitution; Stand; Status; Verfassung; Zustand
Bedrängnis; Elend; Leid
Krisensituation; Notstand

Wiktionary: Notlage

Notlage

noun

schwierige, bedrohende Situation
- Notlage → akutläge; nödläge; nödtillstånd

Cross Translation:

From	To	Via
• Notlage	→ trångmål	↔ dire straits — difficult position
• Notlage	→ nöd	↔ emergency — situation requiring urgent assistance

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Notlage (Zweeds) in het Duits

Notlage: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

not: Ton; Note; Klang; Musiknote
läge: Lage; Verfassung; Stand; Standort; Zustand; Position; Drehort; Lokation; Stelle; Ort; Modus; Ortung; Ortsbestimmung
nöta: fasern; zerfasern