Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Futter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Futter (Duits) in het Zweeds

Futter:

Futter [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Futter (Viehfutter)
    djurfoder; boskapsfoder; furage
  2. Futter (Ernährung; Speisung; Nahrungsmittel; )
    mat; kost
    • mat [-en] zelfstandig naamwoord
    • kost [-en] zelfstandig naamwoord
  3. Futter (Fütterung; Abffüttern)
    föda
    • föda [-en] zelfstandig naamwoord
  4. Futter (Fütterung)
    beklädnad; invändigt foder; foder
  5. Futter (jemand der das Essen gibt)
    matare
    • matare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Futter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beklädnad Futter; Fütterung Kleid; Kleidung
boskapsfoder Futter; Viehfutter
djurfoder Futter; Viehfutter
foder Futter; Fütterung
furage Futter; Viehfutter
föda Abffüttern; Futter; Fütterung Ernährung; Essen; Kost; Nahrung; Verpflegung
invändigt foder Futter; Fütterung
kost Beköstigung; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Kost; Mundvorrat; Mundvorräte; Nahrung; Nahrungsmittel; Proviant; Speise; Speisung; Verpflegung Kostgeld
mat Beköstigung; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Kost; Mundvorrat; Mundvorräte; Nahrung; Nahrungsmittel; Proviant; Speise; Speisung; Verpflegung Ernährung; Essen; Kost; Lebensmittel; Nahrung; Verpflegung
matare Futter; jemand der das Essen gibt Speisekabel; Zubringer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
föda Nahrung geben; ernähren; erziehen; essen; füttern; gebähren; großbringen; großziehen; nähren; speisen; verpflegen; zur Welt bringen

Synoniemen voor "Futter":


Wiktionary: Futter

Futter
noun
  1. Stoff auf der Innenseite von Kleidungsstücken
  2. Nahrung der Tiere

Cross Translation:
FromToVia
Futter foder feed — food given to (especially herbivorous) animals
Futter foder fodder — food for animals
Futter mat nourriturealiment.
Futter äng pâture — éleva|fr nourriture des bêtes, des oiseaux, des poissons.

Verwante vertalingen van Futter