Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bottich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bottich (Duits) in het Zweeds

Bottich:

Bottich [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bottich (Faß; Tonne; Eimer; )
    hink; fat
    • hink [-en] zelfstandig naamwoord
    • fat [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bottich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fat Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Bassin; Becken; Untertasse
hink Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Eimer; Schöpfeimer

Synoniemen voor "Bottich":


Wiktionary: Bottich

Bottich
noun
  1. groß Gefäß, das oben weit offen ist und Flüssigkeit fassen kann
    • Bottichkar

Cross Translation:
FromToVia
Bottich skål; stop; ; urna; kar baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
Bottich kar bassine — Sorte de bassin large et profond dont on se sert pour y faire chauffer, bouillir, fondre, etc., diverses substances.
Bottich kar cuve — Grand récipient de bois ou de maçonnerie dont on se sert ordinairement pour fouler la vendange ou pour y laisser fermenter le vin nouveau avec la grappe, pour faire de la bière et pour divers autres usages.

Computer vertaling door derden: