Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Absprung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Absprung (Duits) in het Zweeds

Absprung:

Absprung [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Absprung (Springen; Hinabspringen; Runterspringen)
    hoppa ned; springa ned

Vertaal Matrix voor Absprung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppa ned Absprung; Hinabspringen; Runterspringen; Springen
springa ned Absprung; Hinabspringen; Runterspringen; Springen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppa ned schnell herunter kommen; umspringen
springa ned umspringen

Wiktionary: Absprung

Absprung
noun
  1. die Handlung am Anfang eines Sprunges; die Ausführung der Initialisierung eines Sprunges