Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Realität

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Realität

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Realität:
- verklighet; realitet; säkerhet
Wiktionary:
- Realität → verklighet, realitet
- Realität → verklighet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Realität (Duits) in het Zweeds

Realität:

Realität [die ~] zelfstandig naamwoord

die Realität (Wirklichkeit; Gewißheit; Halt; Festigkeit)
verklighet; realitet; säkerhet
- verklighet [-en] zelfstandig naamwoord
- realitet [-en] zelfstandig naamwoord
- säkerhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Realität:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
realitet	Festigkeit; Gewißheit; Halt; Realität; Wirklichkeit	Essenz; Wesenheit; Wirklichkeit
säkerhet	Festigkeit; Gewißheit; Halt; Realität; Wirklichkeit	Anlagepapier; Bürge; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Geborgenheit; Gewißheit; Gewähr; Gewährleistung; IT-Sicherheit; Pfand; Pfande; Protektion; Schutz; Sicherheit; Sicherstellung; Sicherung; Unterpfand; Unterpfande; Wertpapier
verklighet	Festigkeit; Gewißheit; Halt; Realität; Wirklichkeit	Essenz; Wesenheit; Wirklichkeit

Synoniemen voor "Realität":

Wiktionary: Realität

Realität

noun

das, was tatsächlich sein
- Realität → verklighet; realitet

Cross Translation:

From	To	Via
• Realität	→ verklighet	↔ werkelijkheid — de omstandigheden zoals deze daadwerkelijk bestaan
• Realität	→ verklighet	↔ reality — an individual observer's subjective perception