Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Inland:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. inland:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Inland (Duits) in het Zweeds

Inland:

Inland [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Inland
    inland
    • inland [-ett] zelfstandig naamwoord

Inland

  1. Inland
    lokal
    • lokal bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Inland:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inland Inland Binnenländer; Festland; Hinterland
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokal Inland lokal; stellenweise
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokal Raum

Wiktionary: Inland

Inland
noun
  1. Geografie: der Teil eines Landes oder der Landmasse, der nicht am Rand (an der Küste) liegt
  2. Politik: das eigene Land (einer Person oder Gruppe); der Staat in dem man sich befindet, auf den man sich bezieht



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Inland (Zweeds) in het Duits

inland:

inland [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. inland
    Inland
    • Inland [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. inland
    die Binnenländer
  3. inland
    Hinterland
  4. inland (fastland)
    Festland
    • Festland [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor inland:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Binnenländer inland
Festland fastland; inland
Hinterland inland
Inland inland
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Inland lokal

Wiktionary: inland

inland
noun
  1. Gebiet, innerhalb der Grenzen eines Landes
  2. Geografie: der Teil eines Landes oder der Landmasse, der nicht am Rand (an der Küste) liegt

Verwante vertalingen van Inland