Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Honig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Honig (Duits) in het Zweeds

Honig:

Honig [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Honig
    honung
    • honung [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Honig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
honung Honig

Wiktionary: Honig

Honig
noun
  1. von Honigbienen hergestelltes Produkt aus Nektar oder Sekret und Speichel, das der Nahrungsversorgung dient

Cross Translation:
FromToVia
Honig honung honey — sweet substance produced by bees
Honig honung honing — een zoete stof die door bijen en enkele andere insecten uit bloemennectar wordt gewonnen
Honig honung mielsubstance liquide, visqueux et sucrer que les abeilles composer avec le suc qu’elles recueillir butiner les fleurs et les feuilles des plantes.

Verwante vertalingen van Honig