Home
Woordenboeken
Word Fun
Over
Feedback
Ins Deutsch
Home
->
Woordenboeken
->
Duits/Zweeds
->Zoek: Habsucht
Duitse en Zweedse zoekresultaten voor:
Habsucht
Zoek
Remove Ads
Overzicht
Duits naar Zweeds:
Meer gegevens...
Habsucht:
Wiktionary:
Habsucht →
habegär
Habsucht →
girighet
Synoniemen voor "Habsucht":
Habgier
Begehrlichkeit
;
Gier
; Gierigkeit; Konsumrausch
Duits
Uitgebreide vertaling voor
Habsucht
(Duits) in het Zweeds
Habsucht:
(*Woord en zin splitter gebruikt)
Haß
:
hat
;
fejd
;
ovänskap
;
fiendskap
;
animositet
;
avund
;
religiöst fiendeskap
;
religiöst hat
;
trumpenhet
Sucht
:
beroende
;
suck
Habsucht:
Synoniemen voor "Habsucht":
Habgier
Begehrlichkeit
;
Gier
; Gierigkeit; Konsumrausch
Wiktionary:
Habsucht
Habsucht
noun
abwertend:
zwanghafter Drang, immer mehr (Besitz) haben zu wollen, ohne Rücksicht auf andere und unabhängig vom Nutzen
Habsucht
→
habegär
Cross Translation:
From
To
Via
•
Habsucht
→
girighet
↔
greed
— selfish desire for more than is needed
Remove Ads