Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fädchen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fädchen (Duits) in het Zweeds

Fädchen:

Fädchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fädchen (Fäserchen)
    tråd
    • tråd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fädchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tråd Fädchen; Fäserchen Bindfaden; Draht; Faden; Garn; Gewinde; Reihfaden; Schraubengewinde; Streichgarn; Thread; Zwirn