Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: kreischen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: kreischen

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kreischen:
  2. Kreischen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor kreischen (Duits) in het Zweeds

kreischen:

kreischen werkwoord (kreische, kreischest, kreischt, kreischte, kreischtet, gekreischt)

  1. kreischen (rufen; schreien; lautauf schreien)
    kalla; skrika; ropa; benämna
    • kalla werkwoord (kallar, kallade, kallat)
    • skrika werkwoord (skriker, skrek, skrikit)
    • ropa werkwoord (ropar, ropade, ropat)
    • benämna werkwoord (benämner, benämnde, benämnt)
  2. kreischen (heulen; weinen; brüllen)
    gråta; lipa; skrika
    • gråta werkwoord (gråter, grät, gråtit)
    • lipa werkwoord (lipar, lipade, lipat)
    • skrika werkwoord (skriker, skrek, skrikit)
  3. kreischen (aufschreien; brüllen; herausschreien)
    skrika ut
    • skrika ut werkwoord (skriker ut, skrek ut, skrikit ut)

Conjugations for kreischen:

Präsens
  1. kreische
  2. kreischest
  3. kreischt
  4. kreischen
  5. kreischt
  6. kreischen
Imperfekt
  1. kreischte
  2. kreischtest
  3. kreischte
  4. kreischten
  5. kreischtet
  6. kreischten
Perfekt
  1. habe gekreischt
  2. hast gekreischt
  3. hat gekreischt
  4. haben gekreischt
  5. habt gekreischt
  6. haben gekreischt
1. Konjunktiv [1]
  1. kreische
  2. kreischest
  3. kreische
  4. kreischen
  5. kreischet
  6. kreischen
2. Konjunktiv
  1. kreischte
  2. kreischtest
  3. kreischte
  4. kreischten
  5. kreischtet
  6. kreischten
Futur 1
  1. werde kreischen
  2. wirst kreischen
  3. wird kreischen
  4. werden kreischen
  5. werdet kreischen
  6. werden kreischen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde kreischen
  2. würdest kreischen
  3. würde kreischen
  4. würden kreischen
  5. würdet kreischen
  6. würden kreischen
Diverses
  1. kreisch!
  2. kreischt!
  3. kreischen Sie!
  5. gekreischt
  6. kreischend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor kreischen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lipa Schluchzer
skrika Johlen; Schreien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benämna kreischen; lautauf schreien; rufen; schreien benennen; ernennen; nennen
gråta brüllen; heulen; kreischen; weinen flennen; heulen; jammern; plärren; schreien; tränen; wehklagen; weinen
kalla kreischen; lautauf schreien; rufen; schreien benennen; ernennen; nennen; vor Gericht laden; vorladen
lipa brüllen; heulen; kreischen; weinen flennen; greinen; schleppend sprechen; säuseln; tränen
ropa kreischen; lautauf schreien; rufen; schreien anreden; anrufen; ansprechen; brüllen; herausschreien; herbeirufen; johlen; kläffen; rufen; schreien; zuziehen
skrika brüllen; heulen; kreischen; lautauf schreien; rufen; schreien; weinen anreden; anrufen; ansprechen; ausfahren; ausschimpfen; bellen; brüllen; donnern; dröhnen; fegen; grassieren; hausen; herausschreien; heulen; jagen; jauchzen; johlen; jubeln; kläffen; lautauf schreien; lärmen; plärren; poltern; rasen; sausen; schallen; schelten; schimpfen; schreien; sich kranklachen; sich totlachen; singen; skandieren; toben; tosen; wettern; wüten; zischen
skrika ut aufschreien; brüllen; herausschreien; kreischen

Synoniemen voor "kreischen":


Wiktionary: kreischen

kreischen
verb
  1. ein lautes, schrilles Geräusch ausstoßen
  2. einen Schrei mit lauter, hoch Stimme ausstoßen
Cross Translation:
FromToVia
• kreischen → skrika ↔ squeal — to scream a high-pitched squeal

Kreischen:

Kreischen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kreischen (Gebrüll; Gekreisch; Schreien; )
    tjutande; skrikande; rytande; vrålanede
  2. Kreischen (Gebrüll; Gekreisch)
    tjutande; skrikande; gällt visslande

Vertaal Matrix voor Kreischen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gällt visslande Gebrüll; Gekreisch; Kreischen
rytande Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei
skrikande Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Gebrüll; Gegröle; Gekreisch; Geschrei; Gezeter
tjutande Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei
vrålanede Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei

Wiktionary: Kreischen

Cross Translation:
FromToVia
• Kreischen → skrik; skri ↔ squeal — a high-pitched sound, as a scream of a child, or noisy worn-down brake pads







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0325 seconde
Page rendered in 1.0 seconds