Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: diffus

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: diffus

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

diffus:
- Wiktionary:
  diffus → diffus
  diffus → diffus, otydlig, suddig
- Synoniemen voor "diffus":
  konturlos; nebulös; schemenhaft; undeutlich; ungeordnet; unklar; verschwommen
  auseinander getrieben; diffundiert; diversifiziert; verteilt; zerstreut

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

diffus:
- verwirrt; durcheinander; wirr; verschwommen wahrnehmbar; verstört; konfus
Wiktionary:
- diffus → diffus
- diffus → diffus

Duits

Uitgebreide vertaling voor diffus (Duits) in het Zweeds

diffus:

Synoniemen voor "diffus":

konturlos; nebulös; schemenhaft; undeutlich; ungeordnet; unklar; verschwommen
auseinander getrieben; diffundiert; diversifiziert; verteilt; zerstreut

Wiktionary: diffus

diffus

adjective

Chemie, Physik: zerstreut
- diffus → diffus
ohne klare Konturen; nicht klar und geordnet
- diffus → diffus

Cross Translation:

From	To	Via
• diffus	→ diffus	↔ diffuse — not concentrated
• diffus	→ otydlig; suddig	↔ fuzzy — Not clear; unfocused

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor diffus (Zweeds) in het Duits

diffus:

diffus bijvoeglijk naamwoord

diffus (utspridd; utspritt; kringsprit; diffust)
verwirrt; durcheinander; wirr; verschwommen wahrnehmbar; verstört; konfus
- verwirrt bijvoeglijk naamwoord
- durcheinander bijvoeglijk naamwoord
- wirr bijvoeglijk naamwoord
- verschwommen wahrnehmbar bijvoeglijk naamwoord
- verstört bijvoeglijk naamwoord
- konfus bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor diffus:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
durcheinander	diffus; diffust; kringsprit; utspridd; utspritt	asocial; asocialt; desorienterad; falskt; fel; felaktigt; förvirrad; förvirrat; i oreda; ihop blanding; konfys; konfyst; missriktad; misstagen; misstaget; oordentligt; oordnad; oordnat; oredigt; oregerlig; oregerligt; virrigt
konfus	diffus; diffust; kringsprit; utspridd; utspritt	desorienterad; dåsad; falskt; fel; felaktigt; förvirrat; ha svårigheter; konfys; konfyst; missriktad; misstagen; misstaget; mållös; virrigt
verschwommen wahrnehmbar	diffus; diffust; kringsprit; utspridd; utspritt
verstört	diffus; diffust; kringsprit; utspridd; utspritt	besynnerlig; besynnerligt; desorienterad; falskt; fel; felaktigt; förvirrat; idiotisk; idiotiskt; konfys; konfyst; konstigt; missriktad; misstagen; misstaget; stollig; stolligt; tokig; tokigt; underlig; underligt; virrigt
verwirrt	diffus; diffust; kringsprit; utspridd; utspritt	desorienterad; dåsad; falskt; fel; felaktigt; förbryllad; förbryllat; förvirrad; förvirrat; konfys; konfyst; missriktad; misstagen; misstaget; mållös; virrigt
wirr	diffus; diffust; kringsprit; utspridd; utspritt	besynnerlig; besynnerligt; desorienterad; falskt; fel; felaktigt; förvirrat; konfys; konfyst; konstigt; missriktad; misstagen; misstaget; stollig; stolligt; tokigt; underlig; underligt; virrigt

Synoniemen voor "diffus":

osäker; odefinierbar; oklar; otydlig

Wiktionary: diffus

diffus

adjective

Chemie, Physik: zerstreut
- diffus → diffus
ohne klare Konturen; nicht klar und geordnet
- diffus → diffus

Cross Translation:

From	To	Via
• diffus	→ diffus	↔ diffuse — not concentrated