Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: brocken

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: brocken

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Brocken:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor brocken (Duits) in het Zweeds

Brocken:

Brocken [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Brocken (Klumpen; Zuckerwürfel; Stück; )
    bit; klump; klimp
    • bit [-en] zelfstandig naamwoord
    • klump [-en] zelfstandig naamwoord
    • klimp [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Brocken (Stückchen; Artikel; Aufsatz; Publikation)
    stycke; artikel; del; bit
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • artikel [-en] zelfstandig naamwoord
    • del [-en] zelfstandig naamwoord
    • bit [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Brocken (kleiner Brocken; Stück)
    liten bit
  4. der Brocken (hämmerndes Geräusch; Klumpen)
    jätte; väldig
    • jätte [-en] zelfstandig naamwoord
    • väldig zelfstandig naamwoord
  5. der Brocken (großes und dickes Stück; Menge; Klumpen)
    bit; stycke; klump
    • bit [-en] zelfstandig naamwoord
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klump [-en] zelfstandig naamwoord
  6. der Brocken (Klumpen; Grus; Holzschuh; Klecks; Tölpel)
    klump; bit; stycke; klick; klimp
    • klump [-en] zelfstandig naamwoord
    • bit [-en] zelfstandig naamwoord
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klick [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klimp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Brocken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artikel Artikel; Aufsatz; Brocken; Publikation; Stückchen Artikel; Beitrag; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Geschlechtswort; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug
bit Artikel; Aufsatz; Brocken; Grus; Holzschuh; Kandisstückchen; Klecks; Klumpen; Klümpchen; Menge; Publikation; Scholle; Stück; Stückchen; Tölpel; Zuckerwürfel; großes und dickes Stück Anbeißen; Anteil; Binärzahl; Bit; Biß; Bruch; Bruchteil; Bund; Bündel; Fraktur; Glied; Klümpchen; Knacks; Kostüm; Kästchen; Paket; Postpaket; Päckchen; Scheibe; Schnitte; Segment; Stück; Teil; Teilchen; Würfel; Würfelzucker; Zahnbruch; Zettel
del Artikel; Aufsatz; Brocken; Publikation; Stückchen Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Bezeichnung; Bruchteil; Element; Glied; Portion; Ration; Scheibe; Schnitte; Segment; Stück; Stückchen; Teil; Teilchen
jätte Brocken; Klumpen; hämmerndes Geräusch Gigant; Koloß; Monstrum; Riese; Ungetüm; großer Mann
klick Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel Dreck; Gruppierung; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz
klimp Brocken; Grus; Holzschuh; Kandisstückchen; Klecks; Klumpen; Klümpchen; Scholle; Stück; Tölpel; Zuckerwürfel Gicht
klump Brocken; Grus; Holzschuh; Kandisstückchen; Klecks; Klumpen; Klümpchen; Menge; Scholle; Stück; Tölpel; Zuckerwürfel; großes und dickes Stück Büschel; Klümpchen; Würfel; Würfelzucker
liten bit Brocken; Stück; kleiner Brocken
stycke Artikel; Aufsatz; Brocken; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Menge; Publikation; Stückchen; Tölpel; großes und dickes Stück Absatz; Abschnitt; Anteil; Bruch; Fraktur; Klümpchen; Stück; Würfel; Würfelzucker; Zahnbruch
väldig Brocken; Klumpen; hämmerndes Geräusch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
väldig eindrucksvoll; enorm; fabelhaft; gewaltig; gigantisch; grandios; groß; großartig; himmelweit; immens; imponierend; imposant; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; schwer; stark; stattlich; titanisch; toll; triumphal; unermeßlich; ungeheuer; überwältigend

Synoniemen voor "Brocken":


Wiktionary: Brocken

Brocken
noun
  1. süddeutsch, österreichisch: der Vorgang, bei dem Früchte vom Strauch oder Baum gepflückt werden, der Erntevorgang
  2. Vorgang, bei dem etwas in unregelmäßige Stücke zerteilt, zerbrochen, gerissen (gebrockt) wird
  3. übertragen: einige unzusammenhängende Worte
  4. übertragen: etwas besonders großes, schweres, schwieriges oder aufwändiges
  5. ein großes, meist unregelmäßig geformtes Stück, das von etwas Größerem abgebrochen wurde
Cross Translation:
FromToVia
• Brocken → bit; rester; brottstycken; citat ↔ bribe — Petit, insignifiant morceau de pain.


Wiktionary: brocken

brocken
verb
  1. etwas in unregelmäßige Stücke zerteilen, zerbrechen, zerreißen
  2. süddeutsch, österreichisch: reife Früchte vom Strauch oder Baum ernten, pflücken; Pflanzen mit dem Stiel ernten, abreißen, sammeln

Verwante vertalingen van brocken







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1665 seconde
Page rendered in 1.0 seconds