Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Fastnacht

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Fastnacht

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Fastnacht:
- Wiktionary:
  Fastnacht → fastlag
- Synoniemen voor "Fastnacht":
  Fastnachtsdienstag
  Fastnachtszeit
  Fasching; Fasnacht; fünfte Jahreszeit; Karneval; Fest; Festtag

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fastnacht (Duits) in het Zweeds

Fastnacht: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

fast: praktiskt taget; nära på; nästan; nära
Nacht: natt

Fastnacht:

Synoniemen voor "Fastnacht":

Fastnachtsdienstag
Fastnachtszeit
Fasching; Fasnacht; fünfte Jahreszeit; Karneval; Fest; Festtag

Wiktionary: Fastnacht

Fastnacht

noun

Volkstum: Heute ist die Fastnacht auf eine längere Periode, die Fastnachtszeit, ausgedehnt.
- Fastnacht → fastlag
Volkstum: ursprünglich die letzte Nacht vor der 40-tägigen österlichen Fastenzeit, die in einem fröhlich ausgelassenen Fest begangen wurde.
- Fastnacht → fastlag