Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bulle:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bulle:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bulle (Duits) in het Zweeds

Bulle:

Bulle [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bulle
    snut; polis
    • snut [-en] zelfstandig naamwoord
    • polis [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Bulle
    tjur
    • tjur [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bulle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
polis Bulle Abführmittel; Polizei; Polizeibeamte; Polizeiwache; Polizist
snut Bulle
tjur Bulle Stier

Synoniemen voor "Bulle":

  • Enzyklika; päpstlicher Erlass
  • Ermittler; Gendarm; Gesetzeshüter; Herr in Grün; Ordnungshüter; Polizist; Polyp; Schutzmann; Beamter; Staatsdiener; Berufstätiger
  • geschlechtsreifes männliches Hausrind; Muni; Stier; Bovinae; Rind; Rindvieh

Wiktionary: Bulle

Bulle
noun
  1. -
  2. Deutschland, Schweiz; umgangssprachlich oft abwertend: Beamter der Polizei, insbesondere der Kriminalpolizei

Cross Translation:
FromToVia
Bulle tjur bull — uncastrated adult male bovine
Bulle tjur; hane bull — adult male animal
Bulle haussespekulant bull — finance: investor who buys in anticipation of a rise in prices
Bulle snut bull — slang: policeman
Bulle bulla bull — document
Bulle sigill bull — seal
Bulle snut cop — police officer
Bulle tjur taureau — éleva|fr mâle reproducteur de l’espèce bovine dont la femelle est la vache.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Bulle (Zweeds) in het Duits

bulle:

bulle [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bulle (hårknut)
    Gesicht
    • Gesicht [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bulle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gesicht bulle; hårknut anlete; anseende; ansikte; ansikte utåt; fasad; front; utseende

Synoniemen voor "bulle":

  • fikabröd

Wiktionary: bulle


Cross Translation:
FromToVia
bulle Brötchen; Hefestück bun — A small bread roll, often sweetened or spiced