Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Abdichtung

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Abdichtung

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Abdichtung:
- försegling; förseglande; gräns; bom; barriär; avspärrning

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abdichtung (Duits) in het Zweeds

Abdichtung:

Abdichtung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Abdichtung (Versiegelung)
försegling
- försegling [-en] zelfstandig naamwoord
die Abdichtung (Versiegelung; Versiegeln)
förseglande
- förseglande zelfstandig naamwoord
die Abdichtung (Verschluß; Abschluß)
gräns; bom; barriär; avspärrning
- gräns [-en] zelfstandig naamwoord
- bom zelfstandig naamwoord
- barriär [-en] zelfstandig naamwoord
- avspärrning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abdichtung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avspärrning	Abdichtung; Abschluß; Verschluß	Abhalten; Absperrung; Aussperrung; Barrikade; Hindern; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung; Versperrung
barriär	Abdichtung; Abschluß; Verschluß	Absperrung; Damm; Deich; Hemmnis; Hindernis; Hürde; Kehrdamm; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperrdamm; Sperre; Sperrung; Sperrzaun; Wall
bom	Abdichtung; Abschluß; Verschluß	Absperrung; Querstange; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
förseglande	Abdichtung; Versiegeln; Versiegelung
försegling	Abdichtung; Versiegelung	Abriegeln; Versiegeln
gräns	Abdichtung; Abschluß; Verschluß	Begrenzung; Beschränkung; Einschränkung; Grenze; Grenzlinie; Grenzstelle; Grenzübergang; Landesgrenze; Limit; Restriktion; Scheidelinie; Vorbehalt

Synoniemen voor "Abdichtung":

Dichtung