Duits
Uitgebreide vertaling voor marode (Duits) in het Zweeds
marode:
-
marode (hinfällig; wackelig; schwach; schlapp; zart; baufällig; zerbrechlich; mürbe; wacklig; ruinös; empfindlich; fein; schlecht; matt; empfindsam; dürftig; schlaff; gläsern; brüchig; flau; grundlos; verderblich; gebrechlich; klapprig; vergammelt; schwächlich; kränklich; krakelig; klapperig; brechbar)
fallfärdig; skröplig; skrangligt; sönderriven; sönderrivet; ledsvagt; rankigt; skrovligt; fallfärdigt-
fallfärdig bijvoeglijk naamwoord
-
skröplig bijvoeglijk naamwoord
-
skrangligt bijvoeglijk naamwoord
-
sönderriven bijvoeglijk naamwoord
-
sönderrivet bijvoeglijk naamwoord
-
ledsvagt bijvoeglijk naamwoord
-
rankigt bijvoeglijk naamwoord
-
skrovligt bijvoeglijk naamwoord
-
fallfärdigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor marode:
Synoniemen voor "marode":
Wiktionary: marode
marode
adjective
-
zerschlagen
-
unpässlich
- marode → opasslig
Computer vertaling door derden: