Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Topf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Topf (Duits) in het Zweeds

Topf:

Topf [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Topf (Kochtopf)
    gryta
    • gryta [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Topf (Kochtopf; Lesbierin; Lesbe)
    flata; lesbian
    • flata [-en] zelfstandig naamwoord
    • lesbian zelfstandig naamwoord
  3. der Topf (Kochtopf; Schmortopf)
    kastrull
  4. der Topf (Nachttopf)
    nattkärl
  5. der Topf (Nachttopf; Töpfchen)
    potta; nattkärl

Vertaal Matrix voor Topf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flata Kochtopf; Lesbe; Lesbierin; Topf
gryta Kochtopf; Topf Gefäß; Jägereintopf; Kaserole; Schale; Schmortopf; Schmortöpfe; Schüssel; Stollen
kastrull Kochtopf; Schmortopf; Topf Kessel; Kocher; Kochkessel; Schmortopf; Siedepfanne; Stielpfanne
lesbian Kochtopf; Lesbe; Lesbierin; Topf
nattkärl Nachttopf; Topf; Töpfchen Harnflasche; Pinkelbecken; Pissoir; Töpfe; Urinal; Uringlas; Zimmertöpfe
potta Nachttopf; Topf; Töpfchen

Synoniemen voor "Topf":


Wiktionary: Topf

Topf
noun
  1. -
  2. Kurzform für: Kochtopf
  3. kleines Gefäß

Cross Translation:
FromToVia
Topf gryta pot — vessel
Topf kastrull saucepan — deep cooking vessel
Topf vas; kanna potvase de terre ou de métal servant à divers usages.

Verwante vertalingen van Topf