Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor Naht (Duits) in het Zweeds
Naht:
-
die Naht (Fuge; Schweißnaht; Spalt)
Vertaal Matrix voor Naht:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fog | Fuge; Naht; Schweißnaht; Spalt | Gelenk; Gelenkknubbel |
skarv | Fuge; Naht; Schweißnaht; Spalt | Gelenk; Gelenkknubbel; Stutzen |
söm | Fuge; Naht; Schweißnaht; Spalt |
Synoniemen voor "Naht":
Naht vorm van nähen:
Vertaal Matrix voor nähen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stygn | Masche; Stich; klammern; nähen | |
sutur | Masche; Stich; klammern; nähen |