Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. heilsam:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor heilsam (Duits) in het Zweeds

heilsam:

heilsam bijvoeglijk naamwoord

  1. heilsam (blühend; gesund; fit; )
    blomstrande; välmående
  2. heilsam (inbesterForm; gesund; fit; )
    piggt; friskt; kry; i form
    • piggt bijvoeglijk naamwoord
    • friskt bijvoeglijk naamwoord
    • kry bijvoeglijk naamwoord
    • i form bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor heilsam:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blomstrande blühend; fit; gesund; glühend; gutgestellt; heilsam; inbesterForm; springlebendig; wohlauf blühend; frisch; geblümt
friskt behäbig; blühend; finanzstark; fit; gesund; glühend; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; inbesterForm; springlebendig; wohlauf; wohlhabend frisch; frostig; kalt; knackend; knusprig; kühl; nüchtern; reserviert
i form behäbig; blühend; finanzstark; fit; gesund; glühend; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; inbesterForm; springlebendig; wohlauf; wohlhabend
kry behäbig; blühend; finanzstark; fit; gesund; glühend; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; inbesterForm; springlebendig; wohlauf; wohlhabend
piggt behäbig; blühend; finanzstark; fit; gesund; glühend; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; inbesterForm; springlebendig; wohlauf; wohlhabend pikant
välmående blühend; fit; gesund; glühend; gutgestellt; heilsam; inbesterForm; springlebendig; wohlauf

Synoniemen voor "heilsam":


Wiktionary: heilsam


Cross Translation:
FromToVia
heilsam hälsosam; frisk salubrious — promoting health