Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: eislaufen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: eislaufen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

eislaufen:
- Wiktionary:
  eislaufen → åka skridskor
- Synoniemen voor "Eislaufen":
  Schlittschuhlaufen; Sport; Sportart

Duits

Uitgebreide vertaling voor eislaufen (Duits) in het Zweeds

eislaufen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Eis: is; glass
laufen: åka vidare; springa; fly; löpa; ila; ränna; stöka till; smutsa ner; röra till; droppa; drypa; skynda; rusa; hasta; sippra
Laufen: komande och gående; racande

Spelling Suggesties voor: eislaufen

entlaufen; einlaufen; Einlaufen; einkaufen; ersaufen; Eiszapfen; einrufen; erkaufen; einberufen; Eisläufer

Eislaufen:

Synoniemen voor "Eislaufen":

Schlittschuhlaufen; Sport; Sportart

Wiktionary: eislaufen

eislaufen

verb

sich mit Schlittschuhen auf einer Eisfläche bewegen (als Freizeitvergnügen, Sport oder Tanz)
- eislaufen → åka skridskor

Computer vertaling door derden: