Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Visum

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Visum

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Visum:
- påteckning; visum
Wiktionary:
- Visum → visum
- Visum → visum

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

visum:
- Visum; Reiseerlaubnis
Wiktionary:
- visum → Visum
- visum → Visum

Duits

Uitgebreide vertaling voor Visum (Duits) in het Zweeds

Visum:

Visum [das ~] zelfstandig naamwoord

Visum (Reiseerlaubnis)
påteckning; visum
- påteckning zelfstandig naamwoord
- visum [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Visum:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
påteckning	Reiseerlaubnis; Visum
visum	Reiseerlaubnis; Visum

Synoniemen voor "Visum":

Einreiseerlaubnis; Passvermerk; Sichtvermerk; Archivale; Beleg; Dokument; Schriftstück; Unterlage; Urkunde

Wiktionary: Visum

Visum

noun

ein Sichtvermerk in einem Personaldokument, eine Ein-, Aus- oder Durchreiseerlaubnis
- Visum → visum

Cross Translation:

From	To	Via
• Visum	→ visum	↔ visa — permit

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Visum (Zweeds) in het Duits

visum:

visum [-ett] zelfstandig naamwoord

visum (påteckning)
Visum; die Reiseerlaubnis
- Visum [das ~] zelfstandig naamwoord
- Reiseerlaubnis [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor visum:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Reiseerlaubnis	påteckning; visum
Visum	påteckning; visum

Wiktionary: visum

visum

noun

ein Sichtvermerk in einem Personaldokument, eine Ein-, Aus- oder Durchreiseerlaubnis
- Visum → visum

Cross Translation:

From	To	Via
• visum	→ Visum	↔ visa — permit