Schmutz: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schmutz:
- skit; lort; smutsighet; orenhet; skitighet; miljöförstöring; förorening; nedsmutsning; smuts; lerig; svineri; droppe; klick; smutsigt; skitigt; lortigt
Wiktionary:
- Schmutz → smuts
- Schmutz → jord

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmutz (Duits) in het Zweeds

Schmutz:

Schmutz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schmutz (Kacke; Pup; Kot; Kötel; Dreck; Exkremente; Ausscheidung; Fäkalien; Mist)
skit; lort
- skit [-en] zelfstandig naamwoord
- lort [-en] zelfstandig naamwoord
der Schmutz (Schmierigkeit; Schmutzigkeit; Dreck; Schlüpfrigkeit; Fettigkeit)
smutsighet; orenhet; skitighet
- smutsighet zelfstandig naamwoord
- orenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- skitighet zelfstandig naamwoord
der Schmutz (Beschmutzung; Schmutzigkeit; Dreck)
miljöförstöring; förorening; nedsmutsning
- miljöförstöring [-en] zelfstandig naamwoord
- förorening [-en] zelfstandig naamwoord
- nedsmutsning [-en] zelfstandig naamwoord
der Schmutz (Dreck; Mist; Kot)
smuts; lerig
- smuts [-en] zelfstandig naamwoord
- lerig zelfstandig naamwoord
der Schmutz (Schmutzigkeit; Sauerei; Schweinerei; Dreckigkeit)
smutsighet; svineri
- smutsighet zelfstandig naamwoord
- svineri [-ett] zelfstandig naamwoord
der Schmutz (Klecks; Schlamm; Klacks; Dreck; Klumpen; Matsch)
droppe; klick
- droppe [-en] zelfstandig naamwoord
- klick [-ett] zelfstandig naamwoord
der Schmutz (Schmutzigkeit; Dreck; Unsauberkeit)
smutsigt; skitigt; lortigt
- smutsigt zelfstandig naamwoord
- skitigt zelfstandig naamwoord
- lortigt zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schmutz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
droppe	Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz	Erkundungsfahrt; Gläschen; Schluck; Schnaps; Stehempfang; Tropfen; kleinr Schluck
förorening	Beschmutzung; Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit	Umweltbelastung
klick	Dreck; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz	Brocken; Gruppierung; Grus; Holzschuh; Klecks; Klumpen; Tölpel
lerig	Dreck; Kot; Mist; Schmutz
lort	Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz
lortigt	Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit; Unsauberkeit
miljöförstöring	Beschmutzung; Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit	Umweltverschlechterung
nedsmutsning	Beschmutzung; Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit	Beschmutzung; Umweltverschmutzung; Umweltverunreinigung
orenhet	Dreck; Fettigkeit; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit	Dreck; Sauerei; Schmutzigkeit; Schweinerei; Unsauberkeit
skit	Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz	Ablagerung; Ausscheidungen; Bodensatz; Dreck; Dung; Dünger; Exkremente; Fäkalien; Giftnudel; Hefe; Jauche; Kacke; Kot; Mist; Niederschlag; Scheiße; Schlacke; Schlamm
skitighet	Dreck; Fettigkeit; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit
skitigt	Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit; Unsauberkeit
smuts	Dreck; Kot; Mist; Schmutz	Matsch; Schlamm; Schlick; Schmutzigkeiten; Schweinerei; Widerlichkeiten
smutsighet	Dreck; Dreckigkeit; Fettigkeit; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei	Dreck; Sauerei; Schmutzigkeit; Schweinerei
smutsigt	Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit; Unsauberkeit
svineri	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förorening		verschmutzt; verunreinigt
lerig		lehmig; schlammig; trüb; trübe
lortigt		schmutzig; unsauber
skit		entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; gewaltig; grauenerregend; grausig; gräßlich; jammervoll; mörderisch; schauderhaft; scheiße; scheußlich; schrecken erregend; schrecklich; schändlich; teuflisch; tierisch; verteufelt
skitigt		fleckig; unsauber; verunreinigt
smutsigt		abgestanden; abscheuerregend; abscheulich; ekelerregend; ekelhaft; eklig; faul; fett; fettig; fleckig; gemein; grindig; krätzig; lehmig; lumpig; nierderträchtig; platt; ranzig; räudig; scheußlich; schlammig; schlampig; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmutziggrau; schweinisch; stinkend; stinkig; sumpfig; tonig; trivial; trübe; unflätig; unsauber; verderbt; verdorben; verfault; vergammelt; verkommen; widerlich; widerwärtig; wie ein Schwein

Synoniemen voor "Schmutz":

Abfall; Dreck; Müll; Unrat

Wiktionary: Schmutz

Schmutz

noun

Unsauberkeit, feuchter Dreck, Staub
- Schmutz → smuts

Cross Translation:

From	To	Via
• Schmutz	→ jord	↔ dirt — soil or earth

Computer vertaling door derden:

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Schmutz

Uitgebreide vertaling voor Schmutz (Duits) in het Zweeds

Schmutz:

Schmutz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schmutz (Kacke; Pup; Kot; Kötel; Dreck; Exkremente; Ausscheidung; Fäkalien; Mist)

der Schmutz (Schmierigkeit; Schmutzigkeit; Dreck; Schlüpfrigkeit; Fettigkeit)

der Schmutz (Beschmutzung; Schmutzigkeit; Dreck)

der Schmutz (Dreck; Mist; Kot)

der Schmutz (Schmutzigkeit; Sauerei; Schweinerei; Dreckigkeit)

der Schmutz (Klecks; Schlamm; Klacks; Dreck; Klumpen; Matsch)

der Schmutz (Schmutzigkeit; Dreck; Unsauberkeit)

Vertaal Matrix voor Schmutz:

Synoniemen voor "Schmutz":

Wiktionary: Schmutz