Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gewalt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gewalt (Duits) in het Zweeds

Gewalt:

Gewalt [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gewalt
    våldsamhet
  2. die Gewalt
  3. die Gewalt (Gelegenheit zur Verwesentlichung; Möglichkeiten; Gelegenheiten; )
    chanser; möjligheter
  4. die Gewalt (Verfügungsrecht)
    förfoganderätt

Vertaal Matrix voor Gewalt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chanser Chancen; Dynamik; Energie; Gelegenheit zur Verwesentlichung; Gelegenheiten; Gewalt; Kraft; Möglichkeiten; Potenz; Stärke
förfoganderätt Gewalt; Verfügungsrecht
möjligheter Chancen; Dynamik; Energie; Gelegenheit zur Verwesentlichung; Gelegenheiten; Gewalt; Kraft; Möglichkeiten; Potenz; Stärke Chancen; Gelegenheiten; Gewandtheit; Möglichkeiten
våldsamhet Gewalt Bissigkeit; Brunst; Eifer; Grellheit; Grimmigkeit; Heftigkeit; Inbrunst; Intensität; Leidenschaftlichkeit; Schärfe; Stachlichkeit; Stärke; Ungestüm; Zornigkeit
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
våld Gewalt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
våld Gewalt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
möjligheter erreichbar; machbar; realisierbar

Synoniemen voor "Gewalt":


Wiktionary: Gewalt

Gewalt
noun
  1. ein unpersönliches Wirken mit erheblicher Kraft
  2. Fähigkeit oder Möglichkeit, über jemanden zu bestimmen
  3. ohne Plural: erhebliche oder übermäßige Kraft, dies bei gezieltem Tun gegen Widerstände, oft ohne Legitimation

Cross Translation:
FromToVia
Gewalt kraft force — anything that is able to make a big change in person or thing
Gewalt våld violence — extreme force
Gewalt våld violence — action intended to cause destruction, pain or suffering
Gewalt våld geweld — elke kracht van meer dan geringe betekenis uitgeoefend op personen, goederen of zaken
Gewalt kraft; styrka forcefaculté naturelle d’agir vigoureusement, en particulier en parlant de l’homme et des animaux.
Gewalt makt habilité — rare|fr droit|fr résultat de l’habilitation, aptitude.
Gewalt makt; herravälde; myndighet; kraft; förmåga; styrka puissancepouvoir d’imposer son autorité.

Verwante vertalingen van Gewalt