Zusammenfügung: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Zusammenfügung:
- förbindelse; sammankoppling; sammanlänkning; sammansvärjning; sammanlagning; förening; ihop kopplad; sammanlänkande; koppling; sammanfogning

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zusammenfügung (Duits) in het Zweeds

Zusammenfügung:

Zusammenfügung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Zusammenfügung (Zusammenschluß; Verbindung; Kopplung; Zusammenlegung)
förbindelse; sammankoppling; sammanlänkning
- förbindelse [-en] zelfstandig naamwoord
- sammankoppling [-en] zelfstandig naamwoord
- sammanlänkning [-en] zelfstandig naamwoord
die Zusammenfügung (Zusammenschweißung; Verbindung)
sammansvärjning
- sammansvärjning [-en] zelfstandig naamwoord
die Zusammenfügung (Zusammenlegung)
sammanlagning
- sammanlagning zelfstandig naamwoord
die Zusammenfügung (Kopplung; Kombination; Verbindung; Zusammenschluß)
förening; förbindelse; ihop kopplad; sammanlänkande
- förening [-en] zelfstandig naamwoord
- förbindelse [-en] zelfstandig naamwoord
- ihop kopplad zelfstandig naamwoord
- sammanlänkande zelfstandig naamwoord
die Zusammenfügung (Zusammenlegung; Verbindung; Kopplung; Zusammenschluß)
koppling; förbindelse; sammanfogning
- koppling [-en] zelfstandig naamwoord
- förbindelse [-en] zelfstandig naamwoord
- sammanfogning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zusammenfügung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förbindelse	Kombination; Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß	Abenteuer; Affinität; Affäre; Allianz; Anschluß; Band; Berührung; Beziehung; Binde; Bindeglied; Bindung; Bündnis; Bürgschaft; Einheitlichkeit; Gebundenheit; Gemeinschaft; Kaution; Konnex; Konnexion; Kontakt; Kontext; Linienverbindung; Prozession; Steuerfeder; Verband; Verbindung; Verhältnis; Vertrag; Zusammenhang
förening	Kombination; Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschluß	Amalgamation; Assoziation; Auseinandersetzung; Bund; Differenz; Diskussion; Eingliederung; Einigung; Fusion; Gemeinschaft; Gemisch; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Gruppe von Menschen; Handwerksgilde; Integration; Klub; Koalition; Konnexion; Korporation; Kreis; Meinungsverschiedenheit; Mengen; Mischung; Runde; Schar; Sozietät; Streitgespräch; Trupp; Verbindung; Verein; Vereinigung; Vermischung; Verschmelzung; Zusammenschluß
ihop kopplad	Kombination; Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschluß
koppling	Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß	Connector; Konnektor; Kupplungspedal; Partnerschaft; Schaltpedal; Synchronisierungspartnerschaft; Verbinder; Zuordnung
sammanfogning	Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß	Gelenkknubbel; Schweißnaht
sammankoppling	Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß	Verflechtung; Verwicklung
sammanlagning	Zusammenfügung; Zusammenlegung
sammanlänkande	Kombination; Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschluß
sammanlänkning	Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß
sammansvärjning	Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschweißung	Pfuscherei; Schiebung; Verschwörung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sammanlänkande		kleben

Synoniemen voor "Zusammenfügung":

Panoptikum; Synthese; Vermittlung; Zusammenschau

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Zusammenfügung

Uitgebreide vertaling voor Zusammenfügung (Duits) in het Zweeds

Zusammenfügung:

Zusammenfügung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Zusammenfügung (Zusammenschluß; Verbindung; Kopplung; Zusammenlegung)

die Zusammenfügung (Zusammenschweißung; Verbindung)

die Zusammenfügung (Zusammenlegung)

die Zusammenfügung (Kopplung; Kombination; Verbindung; Zusammenschluß)

die Zusammenfügung (Zusammenlegung; Verbindung; Kopplung; Zusammenschluß)

Vertaal Matrix voor Zusammenfügung:

Synoniemen voor "Zusammenfügung":