Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
Habseligkeit:
-
Wiktionary:
Habseligkeit → ägodelar, tillhörigheter
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Habseligkeit (Duits) in het Zweeds
Habseligkeit: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Spelling Suggesties voor: Habseligkeit
- Searching for suggestions...
Wiktionary: Habseligkeit
Habseligkeit
noun
-
meist Plural: unmittelbarer, meist geringer Besitzstand eines Menschen, Besitz zum täglichen Leben gehörig
- Habseligkeit → ägodelar; tillhörigheter
Computer vertaling door derden:
Zweeds
Suggesties voor Habseligkeit in het Zweeds
Spelling Suggesties voor: Habseligkeit
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: