Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
herumgammeln:
-
Wiktionary:
herumgammeln → hänga -
Synoniemen voor "herumgammeln":
dahinvegetieren; rumhängen
herumtreiben; abhängen; einen Lenz machen; erholen; abflacken; ausruhen; chillen; Däumchen drehen; faulenzen; gammeln; rumgammeln
herumhängen; herumlungern; keinen Finger krumm machen; lungern; untätig sein
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor herumgammeln (Duits) in het Zweeds
herumgammeln:
Synoniemen voor "herumgammeln":
Wiktionary: herumgammeln
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• herumgammeln | → hänga | ↔ hang — informal: to loiter |