Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. herumgammeln:
    • Wiktionary:
      herumgammeln → hänga
    • Synoniemen voor "herumgammeln":
      dahinvegetieren; rumhängen
      herumtreiben; abhängen; einen Lenz machen; erholen; abflacken; ausruhen; chillen; Däumchen drehen; faulenzen; gammeln; rumgammeln
      herumhängen; herumlungern; keinen Finger krumm machen; lungern; untätig sein


Duits

Uitgebreide vertaling voor herumgammeln (Duits) in het Zweeds

herumgammeln:


Synoniemen voor "herumgammeln":


Wiktionary: herumgammeln


Cross Translation:
FromToVia
herumgammeln hänga hang — informal: to loiter