Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Nord

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Nord

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

nord:
- norra
Nord:
- norr
Wiktionary:
- Nord → norr-, nord, nordan, norr

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

Nord:
- Wiktionary:
  nord → Nord, Norden
  nörd → Nerd, Freak
  nörd → Geek, Nerd, Sonderling
- Synoniemen voor "nord":
  norr

Duits

Uitgebreide vertaling voor Nord (Duits) in het Zweeds

nord:

nord bijvoeglijk naamwoord

nord
norra
- norra bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor nord:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
norra	nord

Nord:

Nord [der ~] zelfstandig naamwoord

der Nord (Norden)
norr
- norr zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nord:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
norr	Nord; Norden

Wiktionary: Nord

Nord

Geografie: Präfix oder mit Bindestrich vorangestellter Zusatz zu einem Toponym
- Nord → norr-; nord
Geografie: Nachsatz zu einem Toponym oder diesem mit Bindestrich nachgestellt
- Nord → nord
Politik, Wirtschaft: Weltteil, Nordhalbkugel
- Nord → nord
mit Artikel, Meteorologie: Wind aus Norden
- Nord → nordan
ohne Artikel: Kurzform für die Haupthimmelsrichtung Norden in der Navigation, Seefahrt
- Nord → norr

Cross Translation:

From	To	Via
• Nord	→ norr; nord	↔ north — compass point

Nord...:

Synoniemen voor "Nord...":

nördlich

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Nord (Zweeds) in het Duits

nord:

Synoniemen voor "nord":

norr

Wiktionary: nord

nord

Geografie: Nachsatz zu einem Toponym oder diesem mit Bindestrich nachgestellt
- Nord → nord
Politik, Wirtschaft: Weltteil, Nordhalbkugel
- Nord → nord
Geografie: Präfix oder mit Bindestrich vorangestellter Zusatz zu einem Toponym
- Nord → norr-; nord

Cross Translation:

From	To	Via
• nord	→ Nord; Norden	↔ north — compass point
• nord	→ Norden	↔ nord — Celui des quatre point cardinal qui correspond à la direction de l’étoile polaire.