Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Landwirt

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Landwirt

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Landwirt:
- bonde; jordreformivrare; agrar; jordbrukare
- bönder
Wiktionary:
- Landwirt → naturbruk, lantbruk, jordbrukare, lantbrukare
- Landwirt → bonde

Duits

Uitgebreide vertaling voor Landwirt (Duits) in het Zweeds

Landwirt:

Landwirt [der ~] zelfstandig naamwoord

der Landwirt (Bauer)
bonde
- bonde [-en] zelfstandig naamwoord
der Landwirt (Agrarier; Bauer)
bonde; jordreformivrare; agrar
- bonde [-en] zelfstandig naamwoord
- jordreformivrare zelfstandig naamwoord
- agrar [-en] zelfstandig naamwoord
der Landwirt
jordbrukare
- jordbrukare

Landwirt [das ~] zelfstandig naamwoord

Landwirt (Bauer; Ackerbauer)
bönder
- bönder zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Landwirt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agrar	Agrarier; Bauer; Landwirt
bonde	Agrarier; Bauer; Landwirt	Schachspielbauer; Spielstein
bönder	Ackerbauer; Bauer; Landwirt
jordreformivrare	Agrarier; Bauer; Landwirt
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jordbrukare	Landwirt

Synoniemen voor "Landwirt":

Agrarier; Bauer; Farmer; Grundbesitzer; Kossäte; Pflanzer; Sämann; Berufstätiger

Wiktionary: Landwirt

Landwirt

noun

Beruf: Berufszweig, der sich mit der Herstellung pflanzlicher und tierischer Erzeugnisse befasst
- Landwirt → naturbruk; lantbruk
Person, die eine Produktion pflanzlicher und tierischer Erzeugnisse selbständig betreibt
- Landwirt → jordbrukare; lantbrukare

Cross Translation:

From	To	Via
• Landwirt	→ bonde	↔ farmer — person who works the land or who keeps livestock