Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Dummchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Dummchen (Duits) in het Zweeds

Dummchen:

Dummchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Dummchen (Dummköpchen; Strohköpfchen; Hohlköpfchen; Schwachköpfchen)
    dumhuvud

Vertaal Matrix voor Dummchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dumhuvud Dummchen; Dummköpchen; Hohlköpfchen; Schwachköpfchen; Strohköpfchen Dummkopf; Hohlkopf; Schlemihl; Schwächling; Strohkopf

Synoniemen voor "Dummchen":


Wiktionary: Dummchen

Dummchen
noun
  1. (umgangssprachlich) fam.|; meist als Anrede gegenüber Frauen benutzt: naive, sich dümmlich und ungeschickt anstellende Person