Duits
Uitgebreide vertaling voor neuzeitlich (Duits) in het Zweeds
neuzeitlich:
-
neuzeitlich (zeitgenössisch; modern; aktuell; kontemporän; zeitgemäß; neu; heutig; derzeitig; gleichzeitig; gegenwärtig; frisch; fortgeschritten; zugegen; unbenutzt)
-
neuzeitlich (heutig; zeitgemäß)
-
neuzeitlich (zeitgenössisch; zeitgemäß; aktuell; kontemporän; gleichzeitig; heutig; modern)
modern; modernt; tidsenlig; tidsenligt-
modern bijvoeglijk naamwoord
-
modernt bijvoeglijk naamwoord
-
tidsenlig bijvoeglijk naamwoord
-
tidsenligt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor neuzeitlich:
Synoniemen voor "neuzeitlich":
Computer vertaling door derden: