Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Zurechtweisung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zurechtweisung (Duits) in het Zweeds

Zurechtweisung:

Zurechtweisung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zurechtweisung (Verwarnung; Ermahnung; Mahnung; Tadel)
    varning; råd; förmaning; tillrättavisning
  2. die Zurechtweisung (Verweis; Tadel; Belehrung; Rüge)
    reprimand
  3. die Zurechtweisung (Tadel; Verweis; Rüffel; )
    skrapa; tillrättavisning

Vertaal Matrix voor Zurechtweisung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förmaning Ermahnung; Mahnung; Tadel; Verwarnung; Zurechtweisung Gekeife; Geschimpfe; Geschrei; Gezänk; Keiferei
reprimand Belehrung; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung
råd Ermahnung; Mahnung; Tadel; Verwarnung; Zurechtweisung Beraten; Empfehlung; Rat; Raten; Ratschlag; Referenz
skrapa Bestrafung; Ermahnung; Rüffel; Rüge; Tadel; Verweis; Zurechtweisung Harke; Kratzer; Rechen; Schramme
tillrättavisning Bestrafung; Ermahnung; Mahnung; Rüffel; Rüge; Tadel; Verwarnung; Verweis; Zurechtweisung Tadel; Verweis
varning Ermahnung; Mahnung; Tadel; Verwarnung; Zurechtweisung Ermahnung; Mahnung; Warnung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skrapa abkratzen; harken; kratzen; kritzeln; rechen

Synoniemen voor "Zurechtweisung":