Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spaßmacher:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spaßmacher (Duits) in het Zweeds

Spaßmacher:

Spaßmacher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spaßmacher (Witzbold)
    humorist; komiker; clown
    • humorist [-en] zelfstandig naamwoord
    • komiker [-en] zelfstandig naamwoord
    • clown [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spaßmacher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clown Spaßmacher; Witzbold Clown; Kauz; Komiker; Narr; Possenmacher; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Verrückte; Witzbold
humorist Spaßmacher; Witzbold
komiker Spaßmacher; Witzbold Komedianten; Komiker; Schalk; Schalke; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Spaßvögel; Witzbold

Synoniemen voor "Spaßmacher":