Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Export:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. export:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Export (Duits) in het Zweeds

Export:

Export [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Export (Ausfuhr)
    exportera

Vertaal Matrix voor Export:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exportera Ausfuhr; Export
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exportera ausführen; exportieren

Synoniemen voor "Export":


Wiktionary: Export

Export
noun
  1. Kurzform von Exportbier
  2. die ausgeführten Güter
  3. ohne Plural: Verkauf oder Transport von Gütern ins Ausland

Cross Translation:
FromToVia
Export utförsel export — the act of exporting

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Export (Zweeds) in het Duits

export:

export

  1. export
    die Ausfuhr
    • Ausfuhr [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor export:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausfuhr export exportera

Synoniemen voor "export":

  • utförsel

Wiktionary: export

export
noun
  1. die ausgeführten Güter
  2. ohne Plural: Verkauf oder Transport von Gütern ins Ausland

Computer vertaling door derden: