Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: essbar

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: essbar

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

eßbar:
- ätlig; ätligt; ätbart; smakligt; välsmakande; trevligt; njutbar; angenäm; angenämt; njutbart
Wiktionary:
- essbar → ätlig, ätbar
- essbar → ätbar, matnyttig
- eßbar → ätbar

Duits

Uitgebreide vertaling voor essbar (Duits) in het Zweeds

eßbar:

eßbar bijvoeglijk naamwoord

eßbar (ergötzlich; genießbar)
ätlig; ätligt; ätbart; smakligt; välsmakande
- ätlig bijvoeglijk naamwoord
- ätligt bijvoeglijk naamwoord
- ätbart bijvoeglijk naamwoord
- smakligt bijvoeglijk naamwoord
- välsmakande bijvoeglijk naamwoord
eßbar (genießbar)
trevligt; njutbar; angenäm; angenämt; njutbart
- trevligt bijvoeglijk naamwoord
- njutbar bijvoeglijk naamwoord
- angenäm bijvoeglijk naamwoord
- angenämt bijvoeglijk naamwoord
- njutbart bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor eßbar:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angenäm	eßbar; genießbar	amüsant; angenehm; behaglich; entzückend; erfreulich; ergötzlich; fabelhaft; fein; gemütlich; geschmackvoll; gesellig; herrlich; nett; schön; spaßig; stimmungsvoll; toll; vergnüglich; vergnügt; wohltuend
angenämt	eßbar; genießbar	amüsant; angenehm; behaglich; bequem; bequemlich; einfach; entzückend; erfreulich; ergötzlich; fabelhaft; fein; gemächlich; gemütlich; geschmackvoll; gesellig; glatt; herrlich; häuslich; komfortabel; leicht; nett; schön; simpel; spaßig; toll; vergnüglich; vergnügt; wohltuend
njutbar	eßbar; genießbar
njutbart	eßbar; genießbar	angenehm; behaglich; wohltuend
smakligt	ergötzlich; eßbar; genießbar
trevligt	eßbar; genießbar	allerliebst; amüsant; angenehm; anmutig; attraktiv; behaglich; bequem; bequemlich; bezaubernd; blendend; brillant; charmant; denkwürdig; einfach; einmalig; einzigartig; entzückend; erfreulich; ergreifend; ergötzlich; fabelhaft; famos; fein; freundlich; gefällig; gemächlich; gemütlich; genial; geschmackvoll; gesellig; glatt; goldig; graziös; großartig; herrlich; häuslich; hübsch; komfortabel; leicht; lieblich; menschenwürdig; nett; phantastisch; prachtvoll; prächtig; reizend; schön; simpel; spaßig; stimmungsvoll; sympathisch; toll; vergnüglich; vergnügt; wohltuend
välsmakande	ergötzlich; eßbar; genießbar
ätbart	ergötzlich; eßbar; genießbar
ätlig	ergötzlich; eßbar; genießbar
ätligt	ergötzlich; eßbar; genießbar

Wiktionary: eßbar

Cross Translation:

From	To	Via
• eßbar	→ ätbar	↔ edible — that can be eaten without harm; suitable for consumption

Wiktionary: essbar

essbar

adjective

geeignet, (ohne Ekel) gegessen zu werden
- essbar → ätlig; ätbar

Cross Translation:

From	To	Via
• essbar	→ ätbar	↔ edible — that can be eaten without harm; suitable for consumption
• essbar	→ ätbar; matnyttig	↔ comestible — Qui peut servir d’aliment à l’homme.

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor essbar (Zweeds) in het Duits

essbar: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Computer vertaling door derden: