Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. abhanden:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abhanden (Duits) in het Zweeds

abhanden:

abhanden bijvoeglijk naamwoord

  1. abhanden
    avhändig; avhändigt

Vertaal Matrix voor abhanden:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avhändig abhanden
avhändigt abhanden

Wiktionary: abhanden

abhanden
adverb
  1. abhanden kommen: verloren gehen
  2. abhanden kommen: widerrechtlich entwendet werden

Verwante vertalingen van abhanden