Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Gläschen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Gläschen

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Gläßchen:
- små glas
Gläschen:
- styrketår; en sup; droppe; kalk; bägare; blomkalk; nattvardskalk
Wiktionary:
- Gläschen → litet glas, liten glasburk, liten burk

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gläschen (Duits) in het Zweeds

Gläßchen:

Gläßchen [das ~] zelfstandig naamwoord

Gläßchen
små glas
- små glas zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gläßchen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
små glas	Gläßchen

Gläschen:

Gläschen [das ~] zelfstandig naamwoord

Gläschen (Kurze; Schnaps)
styrketår; en sup
- styrketår [-en] zelfstandig naamwoord
- en sup zelfstandig naamwoord
Gläschen (Schnaps)
droppe
- droppe [-en] zelfstandig naamwoord
Gläschen (kleiner Kelch)
kalk; bägare; blomkalk; nattvardskalk
- kalk [-en] zelfstandig naamwoord
- bägare [-en] zelfstandig naamwoord
- blomkalk zelfstandig naamwoord
- nattvardskalk zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gläschen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blomkalk	Gläschen; kleiner Kelch
bägare	Gläschen; kleiner Kelch	Becher; Kanne; Kelch; Trinkbecher; Trophäe
droppe	Gläschen; Schnaps	Dreck; Erkundungsfahrt; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schluck; Schmutz; Stehempfang; Tropfen; kleinr Schluck
en sup	Gläschen; Kurze; Schnaps
kalk	Gläschen; kleiner Kelch	Kalk; Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge
nattvardskalk	Gläschen; kleiner Kelch
styrketår	Gläschen; Kurze; Schnaps	Alcoholische Getranke gut für Herz; Herzstärkung; Stärkung

Wiktionary: Gläschen

Gläschen

noun

verhüllend: eine unbestimmte, kleinere Menge eines (alkoholischen) Getränks
- Gläschen → litet glas
ein kleiner Behälter aus Glas
- Gläschen → liten glasburk; liten burk

Verwante vertalingen van Gläschen

ein Gläschen Bier