Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Handy

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Handy

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Handy:
- mobiltelefon
Wiktionary:
- Handy → mobiltelefon, mobil
- Handy → mobil, nalle, mobiltelefon

Duits

Uitgebreide vertaling voor Handy (Duits) in het Zweeds

Handy:

Handy

Handy (Gerät; Mobiltelefon)
mobiltelefon
- mobiltelefon

Vertaal Matrix voor Handy:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Funktelefon; Mobilfunktelefon; Mobiltelefon
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mobiltelefon	Gerät; Handy; Mobiltelefon
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mobiltelefon		Mobiltelefon

Synoniemen voor "Handy":

Funkfernsprecher; Funktelefon; Gurke; Handtelefon; Mobilfunktelefon; Mobiltelefon; Natel; Taschentelefon; Apparat; Endgerät; Fernsprecher; Fon; Sprechapparat; Strippe; Telefon; Telefonapparat

Wiktionary: Handy

Handy

noun

nicht ortsgebundenes Telefon im Taschenformat: Mobiltelefon
- Handy → mobiltelefon; mobil

Cross Translation:

From	To	Via
• Handy	→ mobil	↔ cell — informal: a cellular telephone
• Handy	→ nalle; mobil; mobiltelefon	↔ cell phone — portable, wireless telephone capable of changing antenna connections during travel
• Handy	→ nalle	↔ cellular — cellular phone / mobile phone
• Handy	→ mobiltelefon; mobil	↔ mobile — mobile phone
• Handy	→ mobiltelefon; mobil	↔ mobile phone — a portable telephone
• Handy	→ nalle; mobil; mobiltelefon	↔ mobieltje — een gsm, een draagbare telefoon
• Handy	→ mobiltelefon; mobil; nalle	↔ portable — Téléphone portable