Disziplin: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Disziplin:
- forskardisciplin; disciplin; beslutsamhet; ordning; lydnad; foglighet; undergivenhet
Wiktionary:
- Disziplin → disciplin
- Disziplin → disciplin, sektion, gren, kvist

Duits

Uitgebreide vertaling voor Disziplin (Duits) in het Zweeds

Disziplin:

Disziplin [die ~] zelfstandig naamwoord

die Disziplin (Fachwissenschaft; Fachgebiet; Fach; Sektor)
forskardisciplin
- forskardisciplin zelfstandig naamwoord
die Disziplin (Zucht; Ordnung; Anordnung; Vorschrift; Fügung; Verordnung; Regel; Bestimmung; Unterwerfung; Verfügung)
disciplin; beslutsamhet; ordning
- disciplin [-en] zelfstandig naamwoord
- beslutsamhet [-en] zelfstandig naamwoord
- ordning [-en] zelfstandig naamwoord
die Disziplin (Gehorsamkeit; Anordnung; Verordnung; Vorschrift; Unterwerfung; Folgsamkeit)
lydnad; foglighet; undergivenhet
- lydnad [-en] zelfstandig naamwoord
- foglighet [-en] zelfstandig naamwoord
- undergivenhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Disziplin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beslutsamhet	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Herzhaftigkeit; Schneidigkeit; Sicherheit; Tapferkeit
disciplin	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht
foglighet	Anordnung; Disziplin; Folgsamkeit; Gehorsamkeit; Unterwerfung; Verordnung; Vorschrift	Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Wohlwollen; Zuvorkommendheit
forskardisciplin	Disziplin; Fach; Fachgebiet; Fachwissenschaft; Sektor
lydnad	Anordnung; Disziplin; Folgsamkeit; Gehorsamkeit; Unterwerfung; Verordnung; Vorschrift
ordning	Anordnung; Bestimmung; Disziplin; Fügung; Ordnung; Regel; Unterwerfung; Verfügung; Verordnung; Vorschrift; Zucht	Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Aufeinanderfolge; Fleckenlosigkeit; Höflichkeit; Ordentlichkeit; Ordnung; Reihe; Reihenfolge; Reinheit; Schicklichkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; System; Unschuld
undergivenhet	Anordnung; Disziplin; Folgsamkeit; Gehorsamkeit; Unterwerfung; Verordnung; Vorschrift	Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Gelassenheit; Genügsamkeit; Gleichmutigkeit; Unterwerfung; Unterwürfigkeit; Wohlwollen; Zuvorkommendheit

Synoniemen voor "Disziplin":

Fach; Fachbereich; Fachdisziplin; Fachgebiet; Kunde; Wissenschaftsdisziplin; Wissenschaftszweig; Wissenszweig; Thema; Themenbereich; Themenkreis
Selbstbeherrschung; Selbstdisziplin; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug

Wiktionary: Disziplin

Disziplin

noun

Teilgebiet eines Betätigungsfelds, zum Beispiel der Wissenschaft, Schule oder des Sports
- Disziplin → disciplin
ohne Plural: ein auf Ordnung bedachtes Verhalten
- Disziplin → disciplin

Cross Translation:

From	To	Via
• Disziplin	→ disciplin	↔ discipline — controlled behaviour, self-control
• Disziplin	→ sektion; gren; kvist	↔ branche — Traductions à trier suivant le sens
• Disziplin	→ disciplin	↔ discipline — (vieilli) méthode d’instruction et d’éducation.

Verwante vertalingen van Disziplin

Disziplin an Bord

Remove Ads

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Disziplin

Uitgebreide vertaling voor Disziplin (Duits) in het Zweeds

Disziplin:

Disziplin [die ~] zelfstandig naamwoord

die Disziplin (Fachwissenschaft; Fachgebiet; Fach; Sektor)

die Disziplin (Zucht; Ordnung; Anordnung; Vorschrift; Fügung; Verordnung; Regel; Bestimmung; Unterwerfung; Verfügung)

die Disziplin (Gehorsamkeit; Anordnung; Verordnung; Vorschrift; Unterwerfung; Folgsamkeit)

Vertaal Matrix voor Disziplin:

Synoniemen voor "Disziplin":

Wiktionary: Disziplin

Verwante vertalingen van Disziplin