Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. korrupt:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. korrupt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor korrupt (Duits) in het Zweeds

korrupt:

korrupt bijvoeglijk naamwoord

  1. korrupt (bestechlich; käuflich)
    falt; mutbart; korrupt; fal
    • falt bijvoeglijk naamwoord
    • mutbart bijvoeglijk naamwoord
    • korrupt bijvoeglijk naamwoord
    • fal bijvoeglijk naamwoord
  2. korrupt
    korrumperad; mutat; korrumperat

Vertaal Matrix voor korrupt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fal bestechlich; korrupt; käuflich
falt bestechlich; korrupt; käuflich
korrumperad korrupt liederlich; verderbt; verdorben; vergammelt; verlottert
korrumperat korrupt
korrupt bestechlich; korrupt; käuflich
mutat korrupt
mutbart bestechlich; korrupt; käuflich

Synoniemen voor "korrupt":


Wiktionary: korrupt

korrupt
adjective
  1. bestechlich



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor korrupt (Zweeds) in het Duits

korrupt:

korrupt bijvoeglijk naamwoord

  1. korrupt (falt; mutbart; fal)
    korrupt; bestechlich; käuflich

Vertaal Matrix voor korrupt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestechlich fal; falt; korrupt; mutbart formbar; formbart; påverkningsbart
korrupt fal; falt; korrupt; mutbart korrumperad; korrumperat; mutat
käuflich fal; falt; korrupt; mutbart som erbjuds; till salu; tillgängligt

Wiktionary: korrupt

korrupt
adjective
  1. bestechlich
  2. anfällig für Bestechung, für moralisch verwerfliches Verhalten

Verwante vertalingen van korrupt