Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. evangelisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor evangelisch (Duits) in het Zweeds

evangelisch:

evangelisch bijvoeglijk naamwoord

  1. evangelisch (protestantisch)
    protestant
  2. evangelisch
    evangelisk; evangeliskt

Vertaal Matrix voor evangelisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
protestant Protestant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
evangelisk evangelisch
evangeliskt evangelisch
protestant evangelisch; protestantisch reformiert

Synoniemen voor "evangelisch":


Wiktionary: evangelisch

evangelisch
adjective
  1. der Evangelischen Kirche angehörend
  2. ursprünglich: auf das Evangelium zurückgehend

Cross Translation:
FromToVia
evangelisch protestantisk Protestant — protestant