Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Triebkraft

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Triebkraft

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Triebkraft:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Triebkraft (Duits) in het Zweeds

Triebkraft:

Triebkraft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Triebkraft (Motor; Antrieb; Antriebskraft)
    motor
    • motor [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Triebkraft (Kraft; Energie)
    fart; kraft; energi; initiativ; kläm
    • fart [-en] zelfstandig naamwoord
    • kraft [-en] zelfstandig naamwoord
    • energi [-en] zelfstandig naamwoord
    • initiativ [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kläm zelfstandig naamwoord
  3. die Triebkraft (Leistungsfähigkeit; Arbeitsfähigkeit; Kraft; )
    energi; fart; drivkraft
    • energi [-en] zelfstandig naamwoord
    • fart [-en] zelfstandig naamwoord
    • drivkraft [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Triebkraft (Anregung; Stimulanz; Ermutigung; )
    stimulerande; sporrning
  5. die Triebkraft (Lebenskraft; Vitalität)
    vitalitet; livskraft
  6. die Triebkraft (Antriebskraft; Antrieb; Schub)
    drivkraft; framdrivningskraft; framdrivande kraft
  7. die Triebkraft
    jäskraft

Vertaal Matrix voor Triebkraft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drivkraft Antrieb; Antriebskraft; Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Energie; Feurigkeit; Hektik; Inbrunst; Kraft; Leistungsfähigkeit; Schneidigkeit; Schub; Seele; Spannkraft; Tatkraft; Triebkraft Antriebskraft
energi Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Energie; Feurigkeit; Hektik; Inbrunst; Kraft; Leistungsfähigkeit; Schneidigkeit; Seele; Spannkraft; Tatkraft; Triebkraft Energie; Strom; elektrischer Strom
fart Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Energie; Feurigkeit; Hektik; Inbrunst; Kraft; Leistungsfähigkeit; Schneidigkeit; Seele; Spannkraft; Tatkraft; Triebkraft Eile; Elan; Fahrgeschwindigkeit; Geschwindigkeit; Hast; Raschheit; Reisegeschwindigkeit; Schnelligkeit; Schwung; Tempo
framdrivande kraft Antrieb; Antriebskraft; Schub; Triebkraft
framdrivningskraft Antrieb; Antriebskraft; Schub; Triebkraft
initiativ Energie; Kraft; Triebkraft Anreiz; Anstoß; Initiative
jäskraft Triebkraft
kläm Energie; Kraft; Triebkraft
kraft Energie; Kraft; Triebkraft Dynamik; Energie; Fähigkeit; Geschwindigkeit; Großartigkeit; Herrlichkeit; Kapazität; Kraft; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Muskelstärke; Pracht; Schnellheit; Stattlichkeit; Stolz; Stärke; Vermögen
livskraft Lebenskraft; Triebkraft; Vitalität Lebenskraft; Vitalität
motor Antrieb; Antriebskraft; Motor; Triebkraft Kraftwerkzeug; Lokomotive; Modul; Motor
sporrning Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft
stimulerande Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft Reizen; Stimulansen
vitalitet Lebenskraft; Triebkraft; Vitalität Lebenskraft; Vitalität
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stimulerande anregend; aufheiternd; aufmunternd; stimulierend

Synoniemen voor "Triebkraft":

  • Motor; treibende Feder; treibende Kraft; Treibkraft; Triebfeder

Wiktionary: Triebkraft

Cross Translation:
FromToVia
• Triebkraft → ingivelse; impuls ↔ impulse — sudden force that impels

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0420 seconde
Page rendered in 1.0 seconds