Stift: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Stift:
- kulspetspenna; penna; pinne; sprint; plugg; bult; tapp; sistfödd; filtpenna; stift; griffel
- biskopsdöme; stift; seminarium
Wiktionary:
- Stift → penna
- Stift → penna, spik, bläckpenna, knopp, nit, dobb, ände, ända, slut, blyertspenna, sprint

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

stift:
- Stiftschraube; Bistum; Stift; Filzstift; Filzschreiber; Haken
Wiktionary:
- stift → Mine, Griffel, Feder, Diözese, Bistum
- stift → Mine

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stift (Duits) in het Zweeds

Stift:

Stift [der ~] zelfstandig naamwoord

der Stift (Kugelschreiber; Kuli)
kulspetspenna; penna
- kulspetspenna [-en] zelfstandig naamwoord
- penna [-en] zelfstandig naamwoord
der Stift (Bolz; Zapfen; Keil; Nagel; Griffel; Nadel; Spieß; Pflock; Flaum; Feder)
pinne; sprint; plugg; bult; tapp
- pinne [-en] zelfstandig naamwoord
- sprint [-en] zelfstandig naamwoord
- plugg [-ett] zelfstandig naamwoord
- bult [-en] zelfstandig naamwoord
- tapp [-en] zelfstandig naamwoord
der Stift (Junior; Jüngste)
sistfödd
- sistfödd zelfstandig naamwoord
der Stift (Filzstift; Filzschreiber)
filtpenna
- filtpenna zelfstandig naamwoord
der Stift (Filzschreiber; Filzstift)
stift
- stift [-ett] zelfstandig naamwoord
der Stift (Griffel)
griffel
- griffel [-en] zelfstandig naamwoord

Stift [das ~] zelfstandig naamwoord

Stift (Bistum)
biskopsdöme; stift
- biskopsdöme [-ett] zelfstandig naamwoord
- stift [-ett] zelfstandig naamwoord
Stift (Seminar; Priesterseminar)
seminarium
- seminarium zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stift:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
biskopsdöme	Bistum; Stift
bult	Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen	Riegel; Stiftschraube; Türriegel; Überrollbügel
filtpenna	Filzschreiber; Filzstift; Stift
griffel	Griffel; Stift	Bleistift; Schreibestift
kulspetspenna	Kugelschreiber; Kuli; Stift
penna	Kugelschreiber; Kuli; Stift	Eingabestift; Schreibstifte; Stifte; Tablettstift
pinne	Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen	Anstecknadel; Haarnadel; Haken; Nadel; Spange; Stecknadel; kleine Nadel
plugg	Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen
seminarium	Priesterseminar; Seminar; Stift	Seminar
sistfödd	Junior; Jüngste; Stift	Jüngste
sprint	Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen	Splint; sprint
stift	Bistum; Filzschreiber; Filzstift; Stift	Haken; Stiftschraube
tapp	Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen

Synoniemen voor "Stift":

Auszubildender; Azubi; Lehrling; Berufstätiger

Wiktionary: Stift

Stift

noun

im erweiterten Sinne zu [1] und [6]: dünnes, längliches Schreibgerät
- Stift → penna

Cross Translation:

From	To	Via
• Stift	→ penna	↔ pen — instrument om met inkt te schrijven of te tekenen
• Stift	→ spik	↔ nagel — spijker
• Stift	→ penna; bläckpenna	↔ pen — writing tool
• Stift	→ knopp; nit; dobb	↔ stud — small object protruding from something
• Stift	→ ände; ända; slut	↔ bout — partie extrême d’une chose.
• Stift	→ blyertspenna	↔ crayon — morceau de bois cylindrique fin contenir une mine en son centre, taillé afin d'obtenir une pointe à l'extrémité et qui permet de dessiner, colorier ou écrire avec la main.
• Stift	→ sprint	↔ goupille — Petit cylindre métallique

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Stift (Zweeds) in het Duits

stift:

stift [-ett] zelfstandig naamwoord

stift (spik)
die Stiftschraube
- Stiftschraube [die ~] zelfstandig naamwoord
stift (biskopsdöme)
Bistum; Stift
- Bistum [das ~] zelfstandig naamwoord
- Stift [das ~] zelfstandig naamwoord
stift
der Stift; der Filzstift; der Filzschreiber
- Stift [der ~] zelfstandig naamwoord
- Filzstift [der ~] zelfstandig naamwoord
- Filzschreiber [der ~] zelfstandig naamwoord
stift (pinne)
der Haken
- Haken [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stift:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bistum	biskopsdöme; stift
Filzschreiber	stift	filtpenna
Filzstift	stift	filtpenna
Haken	pinne; stift	angelkrok; fiske hake; fiskkrok; hängare; krok
Stift	biskopsdöme; stift	bult; filtpenna; griffel; kulspetspenna; penna; pinne; plugg; seminarium; sistfödd; sprint; tapp
Stiftschraube	spik; stift	bult; kranskruv

Synoniemen voor "stift":

biskopsdöme

Wiktionary: stift

stift

noun

stabförmiger Teil eines Schreibgerätes, der den Schreibstoff enthält
- Mine → patron; stift
Botanik: derjenige Teil des Stempels in einer Blüte, der die Narbe trägt
- Griffel → stift
die (eingesteckte oder einzusteckende) Spitze eines Federhalters oder Füllfederhalters
- Feder → stift
römisch-katholische Kirche: Amtsgebiet eines Bischofs
- Diözese → stift
Christentum: Amtsbezirk eines Bischofs
- Bistum → stift; biskopsdöme

Cross Translation:

From	To	Via
• stift	→ Mine	↔ lead — refill for writing tool
• stift	→ Mine	↔ mine — Graphite dans un crayon

Verwante vertalingen van Stift

stift tand

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Stift

Uitgebreide vertaling voor Stift (Duits) in het Zweeds

Stift:

Stift [der ~] zelfstandig naamwoord

der Stift (Kugelschreiber; Kuli)

der Stift (Bolz; Zapfen; Keil; Nagel; Griffel; Nadel; Spieß; Pflock; Flaum; Feder)

der Stift (Junior; Jüngste)

der Stift (Filzstift; Filzschreiber)

der Stift (Filzschreiber; Filzstift)

der Stift (Griffel)

Stift [das ~] zelfstandig naamwoord

Stift (Bistum)

Stift (Seminar; Priesterseminar)

Vertaal Matrix voor Stift:

Synoniemen voor "Stift":

Wiktionary: Stift

Uitgebreide vertaling voor Stift (Zweeds) in het Duits

stift:

stift [-ett] zelfstandig naamwoord

stift (spik)

stift (biskopsdöme)

stift

stift (pinne)

Vertaal Matrix voor stift:

Synoniemen voor "stift":

Wiktionary: stift

Verwante vertalingen van Stift