Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Potenz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Potenz (Duits) in het Zweeds

Potenz:

Potenz [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Potenz (Gelegenheit zur Verwesentlichung; Möglichkeiten; Gelegenheiten; )
    chanser; möjligheter

Vertaal Matrix voor Potenz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chanser Chancen; Dynamik; Energie; Gelegenheit zur Verwesentlichung; Gelegenheiten; Gewalt; Kraft; Möglichkeiten; Potenz; Stärke
möjligheter Chancen; Dynamik; Energie; Gelegenheit zur Verwesentlichung; Gelegenheiten; Gewalt; Kraft; Möglichkeiten; Potenz; Stärke Chancen; Gelegenheiten; Gewandtheit; Möglichkeiten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
möjligheter erreichbar; machbar; realisierbar

Synoniemen voor "Potenz":


Wiktionary: Potenz


Cross Translation:
FromToVia
Potenz makt; herravälde; myndighet; kraft; förmåga; styrka puissancepouvoir d’imposer son autorité.