Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Brummbär:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brummbär (Duits) in het Zweeds

Brummbär:

Brummbär [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Brummbär (Griesgram; Nörgler; Stänker; )
    surkart; grinvarg

Vertaal Matrix voor Brummbär:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grinvarg Brummbär; Griesgram; Meckerer; Murrkopf; Nörgler; Querulant; Stänker
surkart Brummbär; Griesgram; Meckerer; Murrkopf; Nörgler; Querulant; Stänker Bohnenstange; ein unbeteutender Mann

Synoniemen voor "Brummbär":


Wiktionary: Brummbär

Brummbär
noun
  1. umgangssprachlich: brummiger, missgelaunter Mensch