Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Boshaftigkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Boshaftigkeit (Duits) in het Zweeds

Boshaftigkeit:

Boshaftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Boshaftigkeit (Gehässigkeit; Gemeinheit; Schlechtigkeit; )
    farligt; giftighet

Vertaal Matrix voor Boshaftigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farligt Boshaftigkeit; Bösartigkeit; Falschheit; Gehässigkeit; Gemeinheit; Giftigheit; Hinterhältigkeit; Niederträchtigkeit; Schlechtigkeit
giftighet Boshaftigkeit; Bösartigkeit; Falschheit; Gehässigkeit; Gemeinheit; Giftigheit; Hinterhältigkeit; Niederträchtigkeit; Schlechtigkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farligt bedrängt; brenzlig; heikel; mit einem Risiko verbunden; mißlich; prekär; schwierig; unbestimmt; unsicher

Synoniemen voor "Boshaftigkeit":


Wiktionary: Boshaftigkeit


Cross Translation:
FromToVia
Boshaftigkeit illvilja malice — intention to harm