Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
nachrechnen:
-
Wiktionary:
nachrechnen → gå igenom, räkna igenom, räkna ut, räkna efter, kontrollräkna, räkna om -
Synoniemen voor "nachrechnen":
neu kalkulieren
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor nachrechnen (Duits) in het Zweeds
nachrechnen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
nachrechnen:
Synoniemen voor "nachrechnen":
Wiktionary: nachrechnen
nachrechnen
-
(intransitiv) Dativ|, gehoben, veraltet: sich in Gedanken mit etwas (Vergangenem) beschäftigen
- nachrechnen → gå igenom
-
(transitiv) durch Rechnen herausfinden suchen
- nachrechnen → räkna igenom; räkna ut; räkna efter
-
(transitiv) prüfend neu rechnen
- nachrechnen → kontrollräkna; räkna om